Dag 4 van 4 uur per dag Turkse les. Aan 1 stuk. Hop. GO! [noot voor de nieuwe of infrequente bezoeker: ik woon sinds een jaar in Istanbul, heb al een paar maanden les, maar wilde graag wat meer vaart maken. Daarom heb ik 2 weken lang 4 uur per dag les.]
Ik leer en concludeer een heleboel op Turkse les. En lang niet alles heeft met de Turkse taal te maken. Of überhaupt met taal.
Here goes.
1. Context is alles
Je kunt wel woorden uit je hoofd leren, maar je hebt veel meer bouwblokken nodig om ze echt te gaan begrijpen. Pas als een woord context heeft, ga je verbanden zien. En pas als je verbanden ziet, krijgen die woorden echt een plaatsje in je hoofd (en je hart).
Oftewel, je hebt niet zoveel aan droge kennis. Als je het niet in de praktijk toegepast ziet worden, kun je er niet zo veel mee.
2. Samen leren is makkelijker
Ik ben er wel achter: het is makkelijker om samen te leren dan in je eentje. Voor mij althans. Door te zien hoe anderen denken, welke fouten ze maken, welke fouten jij maakt en zij niet ga je harder vooruit.
En door de vragen die zij stellen, kan ik dingen gaan begrijpen. Door de vragen die ik stel, zij.
Het helpt dat we er (bijna) allemaal vrijwillig zitten. Dat we er niet zitten omdat we een test krijgen of een examen moeten doen, maar omdat we dolgraag goed Turks willen leren spreken. Het is motiverend om met gemotiveerde mensen samen door te ploeteren.
3. Spiegelen = ook leren
Ook zoiets: samen iets leren is iets over jezelf leren. Je leert meer dan de stof. Je leert iets over samenwerken. Over hoe je je gedraagt in relatie tot anderen. Welke rol je in een groep aanneemt. Hoe anderen zijn en wat dat over hen zegt en over jou. Hoe anderen reageren. Etc.
Ik leer bijna nog meer van het proces van in een groep zijn dan van de taal! Wel fijn voor deze virtueel & online werkende ondernemer.
4. Iets nieuws leren is een echte aanrader
Het is echt een bijzonder proces, vind ik, een nieuwe taal leren. Dit is de derde vreemde taal (waarom heet dat eigenlijk ‘vreemde’? Wat is er nou ‘vreemd’ aan? Alleen omdat het ‘anders’ is?) die ik als volwassene leer. En het is weer een bijzonder proces.
Misschien is dit niet de laatste keer dat ik het probeer, denk ik nu opeens. Het doet wat met je, zo’n nieuwe taal leren. Je herseninhoud wordt groter. Je krijgt ook meer grip op de cultuur, want taal en cultuur zijn zo verbonden. Het een begint waar het ander eindigt en vice versa. Of misschien trekken ze gewoon volledig samen op.
Andere talen gaan zich vastknopen aan je nieuwe taal. Er komen telkens woorden uit het Hongaars bovendrijven. Haha! Dolgozik (werken). Uj (nieuw). Kis (klein).
En altijd is er het moment dat het licht aangaat. En altijd is er het moment dat je moedeloos bent. En altijd is er het moment dat je, tot je eigen verbazing, een woord weet waarvan je niet wist dat je het wist omdat het opgediept wordt uit je onderbewuste.
En altijd komt er het moment dat je iets leest in die taal en denkt: ik kan dit lezen. IK KAN DIT LEZEN. Ik kan dit LEZEN??? Ik kon dit vier weken geleden nog NIET lezen. IK LEES TURKS! Ik kan de juffrouw verstaan???!!??
Eigenlijk zou het goed zijn om dat gewoon te blijven doen. Om elk jaar iets nieuws te leren.
5. Perfectionisme kent vele vormen
Iedereen is anders. Ik heb een medecursist die alles in potlood opschrijft en de fouten uitgumt en weer verbetert, hoe vaak ze ook moet gummen. Ik , ik denk kort na, schrijf, kijk nog eens wat ik geschreven heb, streep door, streep desnoods nog een keer door en zet het er boven, wriemel het ertussen of erachter. Soms ga ik drie zinnen verder nog even terug.
Ik schrijf dus niet netjes. Maar ik ben wel heel perfectionistisch in andere dingen. Ik denk telkens een stap vooruit. En als ik iets niet begrijp – meestal blijkt dan dat het nog niet behandeld is en ik het dus nog niet kan weten – raak ik half in paniek. Ik MOET het begrijpen.
Belachelijk natuurlijk, in een omgeving waar de leraressen benadrukken dat het niet perfect hoeft. Dat het er om gaat dat je het gaat spreken. Dat je het leert door het te doen. Maar toch. Ik trap er iedere dag weer in, die val.
6. Je moet de regels kennen om ze te kunnen negeren.
Taal is eigenlijk niets meer dan een groep woorden en wat regels. En als je die regels kunt ontcijferen, als je de puzzel kent, kun je ver komen.
Ik wil dat, die regels kennen. Ik wil het begrijpen. Regels geven mij houvast. Als ik denk dat ik ze begrijp en dat blijkt niet zo te zijn, krijg ik een soort kortsluiting en ga ik op blank. Oververhitting.
Ik mag er van afwijken van mezelf, van regels, maar ik moet ze eerst leren kennen. Ik moet weten wat mijn kader is.
Oftewel, je kunt het meisje wel uit de juridische wereld halen maar je haalt de jurist nooit uit het meisje… 🙂
7. Soms is het OK om de makkelijke weg te nemen
Ik moest net met een medecursist iets een vraag beantwoorden. In het Turks, natuurlijk. De vraag was: Hoe lang woon je hier al? Ik wist het woord voor 1 en het woord voor jaar en ik woon hier nu 11 maanden dus ik wilde zeggen “Ik woon hier nu 1 jaar”. Maar mijn medecursist, die toevallig ook precies 11 maanden in Turkije woont, ging zoeken naar de juiste woorden. Hij was veel preciezer dan ik.
Ik kan dus heel perfectionistisch zijn. Ambitieus. Maar ik realiseer me nu dat ik niet de moeilijkste zinnen hoef te verzinnen als ik een opdracht krijg. Dat ik niet de hele tijd nieuwe woorden hoef op te zoeken in mijn woordenboek.
Kat, hond, boom, huis, man, kind, gaan, komen, zoeken. Die woorden ken ik. Die volstaan ook, als je bezig bent om grammatica toe te passen.
Oftewel, soms is de makkelijke weg de goede weg. Als het gaat dat je in beweging bent en niet om de kwaliteit van de weg, bijvoorbeeld.
8. Een mens verandert niet zo sterk
Ik zie mezelf in deze groepsles en realiseer me dat ik nog steeds leer zoals ik altijd leerde. Dat ik 10 jaar geleden ook altijd een stap vooruit dacht in zo’n les.
Dat mijn hoofd sneller wilde dan mijn eigenlijke kennis toeliet. Dat mijn ene hoofd sprongen maakte en conclusies trok terwijl mijn andere hoofd nog uit probeerde te vogelen hoe het zat en probeerde om kennis te laten bezinken.
Dat ik het leuk vind om iets nieuws te leren en mijn hersenen bijna hoor knetteren en kraken. Lekker gevoel.
9 Zonder je sociale pantser is het leuker
Het is grappig hoe belangrijk een eerste indruk is. Maar ook hoe fijn het is als die eerste indruk plaats vindt in een relaxte sfeer. Ik kom er nu, 4 dagen, 16 uur, later achter wat mijn medecursisten nou ongeveer doen. Wie ze zijn. Stuk voor stuk niet doorsnee. Stuk voor stuk interessant. Stuk voor stuk zou je ze vanwege hun sociale ‘status’, hun level, wat ze doen en gedaan hebben, hoog kunnen achten en bewonderen.
Maar ik kende ze zo niet. Ik ken ze als mensen die net als ik door hun Turkse oefening ploeteren. Die net als ik struikelen over woorden met heel veel u’s en ü’s en ö’s en rare g’s met zo streepje erboven waar een lang woord voor is maar die je niet uitspreekt.
Ik leerde ze kennen zonder dat sociale kader en zij mij. Ik had de-vrouw-van kunnen zijn voor hen als we op een feestje waren geweest en we hadden onszelf voorgesteld. Maar ik ben nu iemand op basis van hoe ik mijn best doe, hoe ik help, welke vragen ik stel, of ik fijn ben om mee samen te werken.
Grappig, he?
Samen in het diepe gegooid worden ontneemt je je sociale pantser. Kun je het niet anders dan gewoon jezelf zijn.
Mooi, dat.
10. Vooruit lopen op de zaken heeft voordelen en nadelen
Er is nog geen cursusdag voorbij gegaan of ik was niet een stap te ver. Zodra er, op subtiele wijze gebeurt dat, een nieuw stuk grammatica wordt geintroduceerd gaat mijn hoofd op tilt. Onbewust weet ik het al maar op bewust niveau gaat het mis. Ga ik malen.
En als ik dan geen antwoorden vind, slaat dat om in stress.
“Waarom zei ze nou ‘im? Zei ze ‘im? Kun je dan ook zeggen esimin? Wat is dan ‘hebben’? Waarom komt daar een i achter? Wat betekent dat nou, …?”. Etc. etc. etc. Zo gaat het in mijn hoofd de hele dag. Ik heb gisterochtend een moment gehad dat ik dacht dat ik iets niet begreep, gewoon omdat ik niet zag wat het woord is. Precies zoals met die gekke plaatjes waar je half scheel naar moet kijken om het te zien. Ken je die? Dat het beeld dan opeens in 2D op je afspringt, als je goed kijkt?
Ik ben een paar stappen vooruit op waar ik moet zijn.
Zo ben ik in mijn werk ook. Als *bepaalde mensen* me niet afremmen, ben ik al 5 stappen verder. Continu op zoek naar een nieuwe oplossing en een nieuwe uitdaging. Ook als ik eigenlijk het probleem niet ken. En al bezig ben de oplossing te bedenken binnen mijn eigen beperkte kader.
Toegegeven, dat is ook een pluspunt, een paar stappen vooruit kunnen denken. Maar dat ongeduld is niet altijd goed, dat blijkt maar weer in die cursus.
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
- Vakantie - 1 augustus 2024
- Achieve more - 25 mei 2024
Geef een reactie