Ik zit al een tijdje ‘op’ Instagram. Jaren. Ik weet het ongeveer precies, want ik begon er mee toen ik in de VS woonde. 5 jaar geleden. Ik gebruikte het vooral vanwege de filters. En ik hield alles privé. De foto hierboven stamt uit die tijd.
Tussendoor ben ik er wel een tijdje mee gestopt. Toen Facebook Instagram kocht dacht ik: laat maar. Ik gooide mijn mooie gebruikersnaam weg (die krijg je niet meer terug als je terugkomt, dat stond er netjes bij) en dat was dat.
Maar ja, ik kreeg instagramberouw.
Nieuwe gebruikersnaam. En toch weer die app op mijn telefoon.
Ik was gewoon gek op die mooie foto-app en kon hem niet missen. Iedere dag kwamen de mooiste plaatjes mijn timeline in. Van plekken over de hele wereld, zoals mijn geliefde Turkije bijvoorbeeld. Fantastisch vond ik het.
Ik volgde vooral fotografen en storytellers. Mensen die de wereld laten zien in prachtige beelden. Iedere dag was het genieten!
Ik ging zelf ook foto’s posten, omdat Henk-Jan me uitlegde dat dat de echte lol was van Instagram: het sociale aspect. En hij had gelijk. Het was leuk om zelf ook foto’s te plaatsen van dingen die me blij maakten of dingen die ik mooi vond.
Ik hoorde wel dat er ook veel oppervlakkige instagrammers waren, vol wannabe-yoga-poses en belachelijke foto’s met lange bruine blote benen op bed met een boek, een laptop en een kop koffie verkeerd. Maar ik volgde die mensen niet dus ik zag het niet.
Ik volgde de barbie-wannabe-hipster. En de yoga-dame die niet voldoen aan het stereotype en awesome is om te volgen. En de journalist die via Instagram achtergronden geeft bij zijn verhalen:
Ik was weer blij met Instagram.
Ondertussen kreeg ik alsnog ruzie. Met Facebook.
Ik vertrok min of meer. Alleen mijn zakelijke pagina gebruik ik nog regelmatig.
Mijn stille vertrek van Facebook werd ingegeven door verdrietige motieven en ruzie met het algoritme. Maar het bleek ook op andere fronten eigenlijk een opluchting om niet meer de hele dag mooi-weer-verhalen en vakantiekiekjes te hoeven lezen en zien.
Ik ben iemand die al zo lang ze zich kan herinneren een hekel heeft aan het doorkijken van vakantiefotoalbums van vrienden en familie. Sorry, lieverds. Ik geef het eerlijk toe. Ik vind er doorgaans niets aan. Vooral niet als het er heel veel zijn. Ik vind het gewoon lastig om me voor te stellen hoe het was op die ene plek op dat ene moment. Ik kan de emotie van degene die er was altijd zo lastig ruimen met dat kiekje, snap je? 10 vind ik leuk. 100 niet meer.
Van mooie foto’s geniet ik, foto’s die een verhaal vertellen. Maar die giraffe die op de foto piepklein is maar in het echt dichtbij was? De 40e foto van een blauwe zee? Van de camping? Van de weg naar de camping? Van de tent? Mwah. Dat je voor de 15e keer in je leven naar een foto van een of andere tempel in Vietnam of Zuid-Amerika staart en opnieuw geinteresseerd moet doen. Ik kan het niet zo goed.
En hetzelfde geldt voor vakantiekiekjes op Facebook. En foto’s van kinderen, van huisdieren, van shopmomentjes, weekendjes weg. Asociaal van mij, ik weet het. Ik weet niet wat het is. Ik vind er niets aan. Het is iets met de illusie van uniek zijn, of zo. Dat iedereen doet alsof zijn of haar ervaring uniek is en niet lijkt te zien dat we allemaal hetzelfde zijn, denken, doen, vinden, doormaken. Maar we dat niet erkennen.
Hoe dan ook:
Ik vond het heerlijk om geen timeline vol met vakantiekiekjes meer te hebben.
Ondertussen groeide Instagram. Mijn familieleden en kennissen van Facebook gingen ook op Instagram. Iedere keer dat Instagram, ik bedoel Facebook, ik bedoel: instabook, meldde dat een van mijn Facebookvrienden ook op Instagram was gekomen, klikte ik trouw op de volg-button. Ik ben de lulligste niet, tenslotte.
Maar wat ik in mijn Instagram-feed kreeg, veranderde ook. Weg waren de mooie doordachte posts van maatschappelijk betrokken fotografen. Met een beetje geluk herinnert Instagram zich nog net dat ik niets wil missen van humans of new york.
En welkom, lange aaneenschakeling van kijk-mij-nou-vakantiekiekjes…
Ik weet nog niet wat ik er mee aan moet.
Zakelijk gezien is het goed nieuws.
Mijn opdrachtgevers zijn blij. Sterker nog, ik krijg er steeds meer. Omdat steeds meer bedrijven en organisaties willen weten hoe ze Instagram kunnen inzetten.
En als ze mij vragen om dat te komen vertellen, dan verkondig ik mijn evangelie:
Maak mooie foto’s.
Vertel verhalen.
Gebruik het medium voor iets moois en goed.
Vermijd vakantiekiekjes.
😉
- Afscheid van een digitaal verleden - 30 december 2024
- Game on - 30 december 2024
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
Aleid zegt
Elk medium haar eigen weg. Ik zit wel op ibstagram, maar het is niet mijn ding. Ik hou ook niet van vakantiefoto’s of heel veel foto’s van babies, maar ik heb ontdekt dat ik daar heel snel o er heen scroll op fb. En als niemand mijn post liked op fb maak ik me daar niet druk om, maar ik heb wel altijd lol daar, maar idd je moet niet alleen mensen met alleen show verhalen volgend, maar is dat niet zowieso een sociale media probleem….. linked in en Twitter zijn ook top, maar die gebruik ik weer voor heel andere doeleinden.
Elja Daae zegt
Ik ben nog zoekende. Op zich voel ik me op Instagram niet verplicht om iedereen te volgen, dus ik kan mijn feed redelijk zo houden als ik wil.
Zo simpel is dan geluk zegt
Haha!
Ik betrapte mezelf er laatst op dat ik achter elkaar foto’s van high tea’s en anders lekker dingen had geplaatst op Instagram. Probeer nu maar weer wat af te wisselen. 😉
Elja Daae zegt
Iedereen moet natuurlijk lekker plaatsen wat hij of zij wil!! Mensen delen gewoon graag de dingen waar ze blij van worden. En wie gaat er nou dingen waar je niet blij van wordt delen op Instagram?! Niemand toch? Delen waar je niet blij van wordt, is minder logisch. En geklaag en gezeur zijn al helemaal niet leuk om te lezen. Maar het maakt soms het beeld wel eenzijdig.