Ah. De fakers. Je kent ze wel. Je ziet ze succes hebben. Je snapt niet waarom. Ze hebben geen inhoud.
Fake it till you make it! Blijf bluffen net zo lang tot mensen het geloven.
Bedrijven en personen die zo’n sterk imago hebben opgebouwd, dat mensen zich niet meer afvragen of dat imago wel terecht is.
Wat een afknappers. Pfff. Desillusie.
Ik kwam per toeval te spreken gisteren over een aantal van die fakers. Toevallig waren alle voorbeelden Amerikaans (Die Amerikanen. Je moet het ze nageven: ze weten hun omzet te halen. Met lucht.). Maar dat wil niet zeggen dat het in Nederland niet bestaat. Iedereen kent wel zo’n faker.
Case 1: gerenommeerd opleidingsinstituut
Een certificaat van dit instituut staat gelijk aan een OK-stempel. Jij hebt iets geleerd, jij kunt iets. Echt, het heeft waarde in de ogen van werkgevers. En dat mag ook wel, want de opleidingen zijn flink aan de prijs.
Ik ken iemand die er trainer is geweest.
Wat blijkt?
Ze zijn helemaal niet betrokken bij de inhoud van hun opleidingen. Ze vragen experts met een goed netwerk om de opleidingen te maken en te doceren. Zonder nadere begeleiding. Zonder nadere check van de inhoud. Zonder kader.
Dan verkopen ze het (voor veel geld). En schrijven een certificaat uit.
De trainer krijgt niets.
Ze hoeven niet veel meer te doen dan de administratieve afhandeling.
Sjonge.
Klinkt als een winning formula!
Voor het instituut dan, he.
Case 2: bekende social media goeroe
Mensen lopen met deze man weg. WEG. Hij is de holy grail, of althans, het idee bestaat dat hij je daar uit kan laten drinken. Hij zegt ook echt slimme dingen, af en toe.
Maar hoe meer ik van hem zie, hoe minder ik geloof dat het imago klopt.
Ik begin zelfs te vermoeden dat ik die paar opmerkingen die bij mij landen (resoneren), een soort van toeval zijn. Omdat we in dezelfde business zitten.
Ook ga ik steeds meer denken dat het hem financieel niet zo voor de wind gaat. Ik gun het hem wel hoor! Ik denk dat hij er hard voor werkt. Maar ik denk dat wat hij projecteert en hoe het er werkelijk voor staat, niet overeen komen, terwijl succes wel een essentieel onderdeel van zijn verkoopverhaal is.
Wat is dat toch, dat mensen zo blij en kritiekloos maakt als ze in contact komen met iemand die ‘succes’ heeft? Of lijkt te hebben? Zegt te hebben?
Case 3: bekende bloggoeroe
Hetzelfde laken en pak. In haar buurt kritisch zijn geeft je het gevoel van het jongetje dat vol verbazing naar de optocht met de naakte keizer staat te kijken. Hij heeft niets aan! Oftewel: nog nooit een stukje echt goede inhoud van haar gezien. Maar mensen lopen met haar weg, dragen haar op handen. Noemen wat ze zegt ‘profound‘.
Wat ze ook zegt, wat ze ook schrijft, wat ze ook doet, mensen staan te juichen.
De eerste tijd geloof je het. Zo’n imago is besmettelijk. Als iedereen haar op handen draagt, zal dat wel zijn redenen hebben, denk je nog. Social proof in zijn puurste vorm (meer daarover).
“…driven by the assumption that surrounding people possess more knowledge about the situation”. Dát.
Maar hoe meer ik haar zie van dichtbij en online, hoe meer ik me af ga vragen wat ze dan gedaan heeft om dat vertrouwen te verdienen. Ik ben er nog niet achter.
Case 4: het goede doel als verkooptruc
Ik was er ingetuind hoor. Ik vond het wel prachtig, die viral video van dat meisjesspeelgoed (zie wat ik daar zondag over schreef). Dat spreekt ons, moeders/vrouwen, aan: die geëmancipeerde boodschap. Slim ook omdat het inspeelt op de anti-meisjes-lego vibe die overal vrij sterk aanwezig is (niet bij mij, overigens).
OK, ik wist wel dat het een reclamestunt was natuurlijk. Maar het was allemaal zo happy en empowering en zo.
Dit artikel (dank Marcel voor het delen) geeft een hele andere context aan het bedrijf en hun goede-doelen-verhaal.
In dit geval is het goede-doelen-luchtje dat aan het bedrijf kleeft, gewoon fake, lijkt het. Of in ieder geval niet zo puur als je denkt.
Het is misschien ook een geval van het verhaal wíllen geloven en de attributen die het bedrijf lijkt te onderschrijven, toekennen aan het bedrijf als een soort persoon.
Of misschien werkt het altijd zo met goede reclame (‘goede’): als het mooie stukje maar groot genoeg is, stop je met nadenken over de rest?
Wees de kleine jongen
Ik moet zeggen, ik heb het al zo lang als ik me kan herinneren. Dat ik dacht: waarom vind iedereen dit/hem/haar nou zo gaaf? Ben ik de enige die het niet ziet?
Superkritisch, eigenlijk.
Maar kritisch is niet leuk, he. Voor anderen dan.
Ik weet ook niet of het echt kritisch is. Of gewoon: eerlijk.
Te eerlijk.
Gewoon die kleine jongen uit ‘De nieuwe kleren van de keizer’.
We zouden allemaal wat meer van die kleine jongen in ons moeten hebben die tegen de keizer roept: je bent naakt! Of in ieder geval de vragen stelt, checkt, doorvraagt, onderzoekt, beargumenteert en kritisch blijft.
Vooral als onze innerlijk stem fluistert: “ik zie ze niet, die kleren…”
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
- Vakantie - 1 augustus 2024
- Achieve more - 25 mei 2024
Robert zegt
Zo’n collectief naakte keizers loopt inderdaad ook in Nederland rond. Vooral in de subcultuur van de nieuwe media. Geen zelfspot of relativeringsvermogen, stoer roepen dat geld verdienen een verouderd concept is, en iedereen die anders denkt of andere prioriteiten heeft (moet hebben), is een fossiel. En ze zoeken – en vinden – bevestiging bij elkaar, dus dat wereldje houdt zichzelf in stand.
Ja, er lopen te weinig eerlijke, kleine jongetjes rond.
Martine Bakx zegt
Ik heb niet voor niets in mijn bio staan “gelooft niet in sprookjes, verkoopt ze”. En met dat laatste bedoel ik sprookjesspullen.
En toch hè, er wordt geld verdiend met gebakken lucht. Heel veel geld. Maar het principe klopt niet. Ondernemen is niet hetzelfde als geld verdienen.
Het meisjesspeelgoed waar jij het over hebt. Dat is speelgoed waar meisjes “relatief” minder in geïnteresseerd zijn, zo verpakken en vermarkten dat het wèl gekocht gaat worden voor ze. De meisjes die zich al tot technisch speelgoed aangetrokken voelden kochten het al. Komen er ook mee in aanraking via crèche, kinderdagverblijf, school, broer. Dat wordt als vals argument genoemd bij dat speelgoed; “dat meisjes er niet mee in aanraking zouden komen”.
Er rust allang geen taboe meer op jongensspeelgoed voor meisjes. Omgekeerd wel. Dat is wat mij stoort. Je ontwikkelt speelgoed waar je bij voorbaat de jongens voor uitsluit. En wat je wilt slijten aan meisjes die eigenlijk liever met barbies spelen. Waar ook niets mee mis is.
Elja Daae zegt
Ik snap wat je bedoelt, maar ik zie het toch anders. Ik heb zelf laatst ‘meisjeslego’ gekregen, leek me leuk om samen met de jongens te bouwen. Ik vond het helemaal geweldig. Ik vind Lego ook geweldig maar als meisje was ik toch vooral geïnteresseerd in de legocomputertjes, de legobekertjes, de legstoeltjes, de legohuisjes. Zo’n Lego Friends zit helemaal tot de nok toe vol met leuke dingetjes. Een koelkastje, een bekertje, een bestekje. Ik weet zeker dat ik het als meisje helemaal het einde had gevonden. Ik zie het dus meer als iets positiefs: je maakt Lego toegankelijker voor meisjes. Niet als negatief. Hoewel ik merk dat mijn middelste zoontje het lastig vindt: hij vindt het heel leuk, Lego Friends, maar hij heeft duidelijk het gevoel dat het niet OK is om het leuk te vinden ‘omdat het voor meisjes is’. Zonde.
Jacob Jan Voerman zegt
ik word dan zo nieuwsgierig wie je bedoelt…
Martine Bakx zegt
ik ook
Elja Daae zegt
Ja zeg maar dat is de publieke schandpaal he. Gaat ook weer zo ver….
Elja Daae zegt
😉
Isabelle Peper zegt
ik ook!
Alynia zegt
Ik ook hoor, al snap ik heel goed dat er geen namen genoemd worden, ik ben nieuwsgierig van aard 😉
Elja Daae zegt
*zwijgt* 🙂
Nomad and Villager zegt
Precies! En ik maar denken dat ik de enige ben. Overigens zie ik het vooral bij bloggers en columnisten waarvan ik denk: het ontgaat me totaal waarom deze mensen zoveel volgers hebben en op handen gedragen worden. Ik denk dat veel mensen el zien dat de keizer naakt is, maar het niet durven zeggen uit angst voor… ja voor wat eigenlijk?
Elja Daae zegt
Ik weet het niet. Ik merk zelf soms de angst dat ik niet op de hoogte blijf als ik die mensen niet volg. Maar toch doe ik het maar. Ik denk dat ons ego een rol speelt. Het is cool om met bekende succesvolle mensen te praten, ze te kennen.
En het aankaarten, tsja. Ik ga zelf in zo’n blog post ook geen namen noemen. Ik wil die mensen geen pijn doen. Zoiets?
Elja Daae zegt
PS gefeliciteerd met jullie Spaanse blogprijs!!!