‘Wees een eindbaas op LinkedIn!’ las ik (op LinkedIn natuurlijk). Ik was meteen getriggerd. ‘Eindbaas’ zijn op LinkedIn? Wat is dat toch met dat eindbazen? Waarom zijn het altijd mannen in de leeftijdscategorie 20 – 35 die die term gebruiken? Wat betekent het voor hen? En waarom erger ik me zo aan dat woord?
Opmerking: ik schreef dit al begin april. Maar mijn website staat aan de achterkant vol met blogs die ik niet wilde publiceren omdat ik ze te zuur vond of te negatief. Toch gaat deze alsnog live want ik vind dit gewoon. Lees ze!
Eindbaas. Ik dacht altijd dat het slang was voor ‘de hoogste baas’. Maar ik leer net van Van Dale dat het ook betekent dat je de beste bent in iets.
Ik ken de term eindbaas vooral van jonge mannen (dat wil zeggen, een jaar of 20 jonger dan ik). Ze gebruiken hem aan de lopende band, in de online wereld. Ze geven er mee in dat ze heel goede ondernemers zijn of vooral dat ze dat willen worden.
Het is zelfs een podcast: eindbazen.nl. Die gaat over – ik citeer – DE WEG NAAR SUCCES, GELUK & ZINGEVING. In hoofdletters.
Ik heb hem nooit geluisterd (of misschien een keertje ooit, weet niet meer). Maar terwijl ik die omschrijving las – die perfect het woord ‘eindbaas’ weergeeft zoals dat door een generatie mensen gebruikt wordt – wist ik ook meteen weer waarom het me zo dwars zit.
Eindbaas is een ander woord voor het maakbare leven. Het leven waarbij je zelf aan het roer staat. Waar in je succes kunt behalen als je maar je best doet en waarbij ‘succes’ toch, ondanks al het gepraat over geluk en zingeving, vooral bestaat uit geld en maatschappelijk aanzien.
De illusie van het maakbare bestaan
Het maakbare leven is een mooi principe. Het is van nu. Het is de droom van het individu, dat alles kan wat hij of zij maar wil, als hij maar doorzet.
En misschien komt het omdat ik afsteven op middelbare leeftijd (als ik mezelf zie in mijn jas en mijn moeder-jeans wordt dat akelig duidelijk), maar ik weet dat dat onzin is, dat maakbare leven. En sterker nog, ik denk dat het de verkeerde richting is voor de maatschappij.
Ben ik dat fatalistisch? Tuurlijk niet. Ik geloof er heilig in dat mensen enorm veel potentieel hebben. Heel veel mensen kunnen veel meer dan ze denken. Iedereen heeft wel een talent waar iemand anders iets aan heeft, dat weet ik zeker. Er is altijd groei mogelijk, wat je ook doet, wie je ook bent.
Maar dat wil niet zeggen dat iedereen alles kan bereiken.
Want iedereen wordt geboren met beperkingen. Vervolgens groeien we op met de beperkingen van onze omgeving. En beperken we onszelf steeds verder.
Sommige beperkingen bestaan alleen in ons hoofd of in ons hart. Dat zijn feitelijk de makkelijkste obstakels, als we ze eenmaal doorhebben. De beperkingen waar eindbazen overheen weten te stappen.
Maar er zijn ook beperkingen die we niet kunnen overwinnen. En beperkingen die we niet wíllen overwinnen. En beperkingen die we helemaal niet moeten willen overwinnen, die zijn er ook nog.
Beperkingen zijn er niet altijd om te overwinnen
Dat is in deze rare tijd (ik schrijf dit tijdens de Corona lockdown) goed te zien. We willen van alles. Maar onze lichamen en hoofden trappen de hele tijd op de rem. We worden massaal moe wakker en komen massaal maar moeilijk vooruit. Dat zijn beperkingen waar we weinig aan kunnen doen.
En er zijn wel mensen die daar minder last van hebben. Of die zich overheen weten te zetten. Maar dat maakt het niet minder beperkend voor een groot deel van de mensheid die er wél last van heeft.
Bij veel van die beperkingen komt de rest van de wereld om de hoek kijken, wil je ze kunnen overwinnen en oplossen. Want dat zijn de beperkingen waarvoor we een maatschappij en een community nodig hebben. Scholen en overheden die zich gezamenlijk druk maken om kwetsbare leerlingen. Mensen die een mogelijkheid zien om anderen te helpen en dat weten te organiseren. Overheden die geld beschikbaar stellen en regelgeving om mensen te helpen die in de problemen dreigen te komen.
Dat is maar goed ook, want de beweging was tegenovergesteld de afgelopen jaren. In de maakbare samenleving doe je het zelf. Dan krijg je een maatschappij en een community die er steeds minder voor ons is. Logisch ook: hoe meer mensen eindbazen willen zijn, hoe minder community er is. Hoe meer het individu vooropstaat, hoe meer het individuele winnen het belangrijkste is en hoe meer ieder individu gaat voor zijn of haar eigen ‘succes, geluk en zingeving’, hoe minder er overblijft voor de rest.
Dat is mijn eerste bezwaar tegen het woord ‘eindbaas’ en wat dat in mijn idee vertegenwoordigt: dat vechten voor je eigen succes soms betekent dat je de rest uit het oog verliest. De afbreuk van het sociale stelsel, zeg maar.
Alles wat ik nooit meer zal worden
Maar mijn andere bezwaar is dat de focus op eindbaas worden zo’n enorme druk legt op mensen. Hoe groter de illusie dat iedereen alles kan, hoe ongelukkiger we worden met zijn allen.
Dat komt omdat het een illusie is. Een illusie die overal wordt versterkt, om ons heen, met succesverhalen (zie hier mijn zeer succesvolle blogartikel over succesverhalen en succes).
Want we kunnen allemaal een cursus volgen om topondernemer te worden. Maar we zullen het nooit allemaal worden. We kunnen allemaal een abonnement op de sportschool nemen, maar we worden niet allemaal gespierd en slank. We kunnen allemaal proberen minimalist te worden, maar de meeste van ons lukt het niet om de troep buiten de deur te houden.
En dat geeft niet, want dat hoeft ook niet. Er zijn meer manieren om gelukkig te worden dan als eindbaas ondernemen, sportschool of minimalisme.
Een paar voorbeelden van dingen die ik nooit meer zal bereiken, al lagen ze ooit misschien binnen mijn vermogens:
- Betaald model (of zelfs maar middelbare leeftijdsmodel)
- Zwemkampioen
- Schilder of zanger
- Multi-millionair
Het zijn dingen die misschien gekund hadden. Maar die nu vrijwel onmogelijk zijn geworden.
(Persoonlijke noot: Het lekkere en het moeilijke van 45 zijn is dat je rust hebt omdat je weet dat dingen nooit meer gaan gebeuren en stress omdat je weet dat dat betekent dat dat allemaal achter je ligt.)
Er zijn ook dingen die me gewoon nooit gelukt zouden zijn. Ook al zou ik er 10.000 uur oefenen in hebben geïnvesteerd (de populaire mythe dat 10.000 uur van iedereen een kampioen maakt, waar ik zelf ook heus in geloofd heb, een tijdje). Denk: schaakkampioen. Nobelprijswinnaar in de wis-of natuurkunde. CEO van een multinational. Arts.
Ik ben slecht in cijfers, heb geen hoofd voor wiskunde, vind menselijke lichamen en hun vloeistoffen een beetje eng en kan vergeleken met sommige van mijn gezinsleden maar moeilijk meer dan 3 stappen vooruit denken.
Dat geeft helemaal niets. Er zijn andere mensen die daar veel beter in zijn. Die hebben die posities hopelijk verdiend en zeker gekregen. Net als er ook mensen zijn die het hadden gekund maar het niet zijn geworden.
Dromen is goed maar laat je niet gek maken
‘Dream big‘, zeggen we. En daar geloof ik op zich wel in. Groots dromen opent je ogen voor de mogelijkheden en onmogelijkheden van je leven. Het dwingt je om serieus te onderzoeken en overwegen wat de grootste droom kan zijn die je zou kunnen hebben en hoe realistisch het is dat je die gaat bereiken. En hoe veel je bereid bent te laten om die droom te bereiken.
We leven in de eindbaascultuur. Alles is mogelijk, lijkt het: een fantastische partner vinden die mooi, slim, aardig, spannend en rijk is. Veel geld verdienen en een leuk gezinsleven hebben. Youtuber of tiktokker worden met miljoenen volgers. Een droombaan krijgen. En natuurlijk – ik zou het bijna vergeten – het perfecte lichaam creëren. En het perfecte (minimalistische) huis. De perfecte voeding tot je nemen voor een optimaal functionerend superlichaam. Het perfect duurzame leven. De 0% carbonfootprint voor onszelf en ons gezin.
Maar hier is wat ik weet na 45 jaar leven: je kunt niet alles. En ‘perfect’ bestaat niet.
Je kunt bijvoorbeeld niet én heel veel geld verdienen én het perfecte lichaam maken en behouden én de perfecte vader of moeder zijn én de perfecte partner zijn én de perfecte dochter of zoon zijn.
Heel gek. Kan niet.
Al was het maar omdat perfectie niet bestaat.
Je kunt wel heel goed worden in iets. En je kunt je best doen om andere dingen zo goed mogelijk te doen.
Misschien kun jij zelfs wel ergens een echte eindbaas in worden – het is natuurlijk mogelijk. Gelukkig zijn er altijd mensen die dat proberen en die het lukt. Zonder hen waren er geen nieuwe bedrijven, geen nieuwe kunst, geen innovatie, geen nieuwe non-profits, geen topsporters, geen hoogleraren en professoren.
Maar je kunt ook besluiten om gewoon je best te doen. En te genieten.
Mensen die snel tevreden zijn worden helaas nooit eindbaas.
Maar dat stukje ‘geluk’ en ‘zingeving’? Dat ligt dan voor het oprapen.
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
- Vakantie - 1 augustus 2024
- Achieve more - 25 mei 2024
Geef een reactie