Soms rijd of fiets ik door mijn dorp, op weg om mijn jongste zoontje ergens af te leveren of op te halen. En dan realiseer ik me weer wat een mazzel mijn kinderen hebben dat ze in Nederland opgroeien. De vrijheid om naar school te fietsen? Onbetaalbaar.
Ik was gisteren lunchen met een vriendin. We kennen elkaar uit Istanboel. En daar was het leven heel anders, voor onze kinderen. Superdeluxe. Maar alleen in materiële zaken.
Dat mijn kinderen echt iets misten, en dat het goed was dat we weer naar Nederland waren verhuisd, merkte ik pas echt toen we weer in Nederland zaten. Vanaf het moment dat ik ons huis bezocht (toen nog niet van ons) en zag dat er een achterommetje was, met een steegje langs de achtertuinen, wist ik dat mijn kinderen het hier geweldig zouden vinden.
In de laatste weken in Istanboel leerden we de middelste fietsen. Op de tennisbaan van onze compound, want er was natuurlijk nergens een vlak, rustig stuk. In de week voor dat hun nieuwe school begon gingen ze enthousiast oefenen, op het pleintje. Ons nieuwe pleintje, in ons nieuwe dorp, in ons (voor hen) nieuwe land.
Al snel fietste ik met mijn jongste achterop en de middelste naast me naar school. En ging de oudste alleen. En naar vriendjes. En naar de voetbal, de hockey en de zwemles. In een dorp als het onze woont eigenlijk bijna iedereen die ze kennen en is alles waar ze moeten zijn binnen een paar kilometer van hun eigen huis. Ze hebben zelfs een opa en oma waar we op Tweede Kerstdag in 15 minuten naar toe kunnen fietsen 🙂
In Istanboel kon je soms uren (uren!) in de file staan, als je naar een park wilde. Of wilde afspreken met vriendjes. Of je kind om 17:00 zou ophalen van een speelafspraakje. Of naar een kinderfeestje ging op zaterdagochtend.
Ik weet nog dat we net terug waren en het langzaam tot me door begon te dringen wat het betekent om in Nederland je kind op te voeden. Om in Nederland groot te worden.
Binnen weken na onze terugkomst had het consultatiebureau samen met het RIVM uitgezocht welke vaccinaties mijn kinderen nog moesten hebben (ik mocht het hele pakket met verpakkingen en stickers uit de VS, Hongarije en Turkije gewoon opsturen). De schoolarts ontdekte dat een van mijn zoontjes een liesbreuk had toen hij hem een check-up gaf na al die jaren in buitenlandse systemen. De school ontdekte een leerachterstand bij mijn andere zoontje en ging met een hele rits aan organisaties aan de slag om hem te helpen.
Maar belangrijker is dat hun wereld zo overzichtelijk is. Zo veilig.
In Istanboel was het verkeer te druk om ze met de auto naar school te brengen. En het was niet veilig genoeg om ze zelfs maar alleen naar de hoek van de straat te laten gaan om daar de schoolbus te nemen. Ze hadden een geweldig leven. Maar veiligheid was ergens altijd een zorg, voor mij althans. En vrijheid hadden ze niet.
Ze misten het niet, natuurlijk. Ze hadden een heerlijk, beschermd leven. Maar wij wisten beter.
Toen mijn vriendin nog in Istanboel woonde en wij al in Nederland, probeerde ik het aan haar uit te leggen, hoe bijzonder dat is, die vrijheid. Nergens waar wij hebben gewoond konden kinderen alleen naar school of vriendjes lopen. Laat staan fietsen! In de VS fietste niemand en zag je nooit kinderen op straat. In Boedapest ook niet. En in Istanboel ook niet.
Ze kon het zich niet meer echt voorstellen. Tot ze terugverhuisde, met haar kinderen. Die gingen al snel alleen op de fiets naar school, met de bus de stad in, fietsend naar voetbal en werken bij de Albert Heijn. Helemaal blij.
Die kids wisten veel beter dan andere Nederlandse kinderen hoe bijzonder al die vrijheid eigenlijk is. En hun ouders en wij, als repat-ouders wisten dat ook.
Zo vaak als ik met mijn jongste naar school fiets/step/wandel/skateboard denk ik: dit is nou geluk.
Dorps. Lekker Nederland woord. Dat ook van toepassing is op de meeste steden in Nederland, laten we eerlijk zijn. Zulke wereldsteden hebben we niet.
En dat is heerlijk.
Want dorps is zo slecht nog niet!
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
- Vakantie - 1 augustus 2024
- Achieve more - 25 mei 2024
Ximaar zegt
Een herkenbaar verhaal. Zou zelf niet graag op een compound verblijven. Ben nooit langer weggeweest dan 4 maanden. Maar waar ik ook kwam, ook met fietsvakanties in alle uithoeken van Frankrijk en Duitsland, ik trof bitter weinig kinderen die buiten spelen. Als ik ze al zag, dan liepen ze met een schooltas op hun rug. Quackenbrück was een uitzondering. Daar fietsten een berg schoolkinderen zonder helm, met diezelfde boekenrugzak in hun fietsmandje.
Hier in de stad zie ik ook veel jonge kinderen fietsen. Het barst hier van de speelterreintjes, maar heel vaak ballen hier een stel ca. 10-jarige meiden in de straat, zelfs bij regenachtig weer.
Elja Daae zegt
Ja Nederland is echt een kinderparadijs!