Ik lag gisteren in bed te denken aan mijn oude huis in Istanboel. Of eigenlijk niet mijn oude huis, maar mijn oude buurt. Mijn straat in Istanboel. In gedachten ging ik wandelen,
in mijn hoofd ging ik de deur uit.
Het was ongeveer 20-25 minuten lopen vanaf mijn huis, tot je aan de Bosporus stond. Letterlijk aan het water, in het haventje van Ortaköy. Naast de beroemde, gerenoveerde moskee (volgens sommige mensen de mooiste van Istanboel), met links van je de beroemde brug, met aan je voeten het geklots van die beroemde doorgang tussen Oost en West.
(hier blogde ik eerder over mijn oude buurt)
Eerst langs de supermarkt, waar aan de kant van de weg de valet parking was die vol stond met dure auto’s. Langs het stukje park dat vol lag met hondenpoep en een hoge rand waar mijn zoontjes altijd opklommen.
Langs de andere supermarkt waarvan ik op de website had uitgevogeld hoe je er online kon bestellen. Waar ze zo’n rare, hoge, stille parkeergarage hadden. Mijn eerste keer rijden in Istanboel was op een vroege morgen, naar deze supermarkt. Met de auto naar de supermarkt omdat ik toen nog niet ontdekt had dat je van die grote flessen water kon laten bezorgen, in plaats van 5 liter flessen te halen.
Onder de brug door. De brug die nu hernoemd is. Waar dag en nacht, 24/7, het verkeer overheen ging in slakkengang want het was er altijd file. ALTIJD.
Rondom de brug was het heel stoffig, vond ik, ik denk van al die uitlaatgassen die neersloegen? Maar wie zal het zeggen? Misschien verbeeldde ik me dat ik er hoofdpijn van kreeg.
Langs de bushaltes van de bus die ik nam als ik ‘de stad’, het oude Istanboel, inging.
Langs de ingang naar de voetbalclub van mijn zoontje en de ingang naar de rare 24-uurs dokterskliniek waar zowel J als ik ooit aan het infuus werden gelegd om ons medicijnen toe te dienen. Brrr. Infuus! En waar de mieren ondertussen over de vloer liepen.
Langs het köfte-restaurant dat tevens een dealership van dure auto’s was en waar ik nooit binnen ben geweest. Langs – op rechts – het vage koffiebarretje annex tweedehands tuinmaterialenwinkeltje waar je op de binnenplaats oude badkuipen en beelden en andere gave dingen kon vinden. Ik heb er nooit iets gekocht maar het was een soort van avontuur om er rond te lopen.
Langs het winkeltje met de prachtige taarten en koekjes in de etalage zonder prijzen, waar ze een echte kersetalage hadden met Kerst (da’s bijzonder, in een islamitisch land). Heb er wel eens over geblogd.
Langs het pleintje met de moskee en de oude mannetjes en het theehuis en het lunchrestaurantje en de vele zwerfkatten en zwerfhonden die er rondhingen. Met de seizoenen veranderde de samenstelling katten, kwamen er weer kleintjes. Er werd goed voor ze gezorgd, voor die katten en honden, al waren ze van niemand.
De straat begon dan pas echt tot leven te komen, na de brug en het pleintje.
Overal hoge gebouwen, oud en nieuw door elkaar, met onderin winkeltjes. Ijzerwarenwinkels, bio-winkels, meubelwinkels, witgoedwinkels, groentewinkels, slagers (met botten voor de deur voor de zwerfhonden), bakkers.
Links opeens een eeuwenoude kerk (of was het een synagoge?), verscholen achter hoge muren, met alleen wat oude letters in de poort die er op duiden dat het vroeger een mix van religies was in deze buurt.
Links en rechts straten die steil omhoog liepen, de heuvels op. Als je ze in was gelopen, was je links in de wijk onder de brug achter gekomen. En rechts was je terecht gekomen in een wirwar van steile nauwe straten (alleen de taxi’s wisten er de sluiproutes), die eindigden in een gigantisch park. Maar dat was een flinke klim, zoals we ontdekten met de kinderwagen op sleeptouw.
Langs de bushaltes.
De kledingzaken, de kappers. Langs de grote, steile weg omhoog, waar alleen bussen reden, richting de dure wijk en de shopping mall, in Ulus.
Hoe dichter je bij de Bosporus komt, hoe meer kleine snackbar-achtige restaurantjes je tegenkwam, aan de rechterkant. Voor gegrilde vleesgerechten maar vooral voor (het door mij) gevreesde specialiteitengerecht Kokorec, waar F. zich nog een keer aan heeft gewaagd terwijl zijn vrienden kokhalzend weigerden een hapje te nemen. Het is een acquired taste. Net als die Franse worstjes, weet je wel, andouilette.
Links nog een groot hotel…daarachter nog een industrieel uitziend complex van Pfizer… de gevaarlijke kruising oversteken langs het eeuwenoude moskee/badhuisgebouwtje dat veranderd was in een reisbureau. Weer oversteken, de weg over die de levensader langs de Bosporus vormt en waar je op donderdag, vrijdag en zaterdagavond vooral niet op moest rijden. Zondagochtend met mooi weer ook niet. Eigenlijk gewoon liever vermijden 🙂
En dan stond je in het oude centrumpje van Ortaköy, waar je in het weekend met name de locals tegenkwam, rondlopend, shoppend, ijsjesetend. En heel veel toeristen die de moeite hadden genomen om wat verder te kijken dan de Oude Stad.
Het was een wirwar van hele oude gebouwen met daaronder winkeltjes.
Mijn favoriete tapijtenwinkel (over geblogd!), waar ik soms even een praatje ging maken met de eigenaresse. De Starbucks, waar je op de zolderverdieping het rijk voor je alleen had (soms) en uitzicht had op de Bosporus, met openslaande deuren naar het Franse balkonnetje waar ik mijn boek heb geschreven. (over geblogd)
Of de bankjes aan het water, waar de jongens en ik wel eens zaten te kijken. Waar J ooit zag dat hij een dolfijn zag en ik zei dat hij zich vergiste maar hij gelijk bleek te hebben! Heb ze later nog wel eens gezien, vanuit de Starbucks.
Het leukste was het er doordeweeks in de ochtend. Geen toeristen. Mooi licht. Een komen en gaan van mensen die de restaurants bevoorraden.
Heimwee is een gek iets.
Ik heb al die jaren niet echt heimwee gehad naar Nederland. Hoewel ik het, als ik nu weer vertrok, wel zou hebben denk ik. Maar ik heb sinds de VS en Turkije wel heimwee naar die andere landen.
Naar geuren en plekken en huizen, maar vooral naar de straten waar ik heb gewoond. Naar mijn oude buurten.
PS Ik blijk overal foto’s van te hebben, op dit blog. Van bijna alle plekken. Van het antiekwinkeltje, van het moment dat je onder de brug doorloopt, van de dolfijnen. Dit blog is echt een dagboek.
PS2 Voor wie ooit in de buurt was, de straat heet Dereboyu Cadessi, in Ortaköy.
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
- Vakantie - 1 augustus 2024
- Achieve more - 25 mei 2024
Anne-Mieke Bovelett zegt
Dank voor deze wandeling, ik hoop hem in het echt ook eens te maken. Wij hebben een huurhuis in Dalyan, pakweg 12 km uit de kust, in de delta, vlak bij Dalaman. En ik heb altijd heimwee naar Turkije. 🙂 Ben net terug van 10 weken remote werken daar. En nou ga ik even voor de andere blogs zitten die je er over geschreven hebt. Görüşürüz 😀
Elja Daae zegt
Gorusuruz!! Wat leuk!!